ECLI:NL:HR:2007:BB9516

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C06/087HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg borgtochtovereenkomst en schijn van volmachtverlening in cassatie

In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is aangespannen door GlaxoSmithKline B.V. (GSK) tegen een eerdere uitspraak van het gerechtshof te Amsterdam. De curator, Mr. Hermanus Hendrikus Kreikamp, had GSK gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam en vorderde een bedrag van € 440.172,--, met rente en kosten. De rechtbank heeft de vordering op 25 augustus 2004 toegewezen, waarna GSK in hoger beroep ging. Het gerechtshof bekrachtigde op 15 december 2005 het vonnis van de rechtbank, waarop GSK cassatie heeft ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekte tot verwerping van het beroep. GSK heeft gereageerd op deze conclusie, maar de Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen en GSK in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op nihil aan de zijde van de curator. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden en dat nadere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Het arrest is gewezen op 7 december 2007 en openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

7 december 2007
Eerste Kamer
Nr. C06/087HR
RM/IS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
GLAXOSMITHKLINE B.V.
gevestigd te Zeist,
EISERES tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. T.F.E. Tjong Tjin Tai, thans M.W. Scheltema,
t e g e n
Mr. Hermanus Hendrikus KREIKAMP, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van GPM (Grafisch Project Management) B.V., gevestigd te Amsterdam,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als GSK en de curator.
1. Het geding in feitelijke instanties
De curator heeft bij exploot van 19 december 2003 GSK gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam en gevorderd, kort gezegd, GSK te veroordelen aan de curator te betalen een bedrag van € 440.172,--, met rente en kosten.
GSK heeft de vordering bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 25 augustus 2004 de vordering toegewezen.
Tegen dit vonnis heeft GSK hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Bij arrest van 15 december 2005 heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft GSK beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen de curator is verstek verleend.
De zaak is voor GSK toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van GSK heeft bij brief van 11 oktober 2007 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt GSK in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de curator begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 7 december 2007.