ECLI:NL:HR:2007:BB9236
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de uitleg van een overeenkomst en de kwalificatie als vaststellingsovereenkomst
In deze zaak heeft eiseres, wonende te [woonplaats], verweerster, eveneens wonende te [woonplaats], gedagvaard voor de kantonrechter te Eindhoven. De vordering van eiseres omvatte onder andere de betaling van achterstallige huur en schadevergoeding met betrekking tot een foutieve taxatie van een pand. Verweerster heeft de vordering bestreden en in reconventie een vordering ingesteld tot terugbetaling van een waarborgsom. De kantonrechter heeft in zijn vonnis van 6 november 2003 eiseres en verweerster beide veroordeeld tot betaling van bedragen aan elkaar. Verweerster heeft hoger beroep ingesteld, waarop eiseres incidenteel hoger beroep heeft ingesteld. Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft op 4 april 2006 het vonnis van de kantonrechter vernietigd voor wat betreft de veroordeling van verweerster in conventie en de vordering van eiseres afgewezen. Eiseres heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de klachten in de cassatie niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling oproepen. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiseres in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op nihil aan de zijde van verweerster.