ECLI:NL:HR:2007:BB9091
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van verzoeken door schuldeisers in faillissementsprocedures
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 november 2007 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van verzoeken die door een schuldeiser pro se en namens een schuldeiserscommissie zijn ingediend bij de rechter-commissaris in een faillissementsprocedure. De verzoeker, vertegenwoordiger van de schuldeiserscommissie in het faillissement van LG Philips Displays Holding B.V., had op 17 november 2006 een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 69 van de Faillissementswet (Fw) om de curator bevelen te geven. De curator reageerde op dit verzoek, en JPMorgan diende een verweerschrift in met een zelfstandig verzoek. Na behandeling op zitting op 7 december 2006, verklaarde de rechter-commissaris op 14 december 2006 het verzoek van de verzoeker namens de schuldeiserscommissie niet-ontvankelijk en wees het verzoek van de verzoeker als schuldeiser af.
Tegen deze beschikking heeft de verzoeker beroep ingesteld bij de rechtbank 's-Hertogenbosch, die op 9 februari 2007 de verzoeker niet-ontvankelijk verklaarde voor het beroep namens de schuldeiserscommissie en het beroep pro se ongegrond verklaarde. De verzoeker heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze beschikking. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie kunnen leiden, omdat zij geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling aan de orde stellen. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep verworpen, waarmee de eerdere beslissingen van de lagere rechters in stand zijn gebleven.