ECLI:NL:HR:2007:BB8870
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Poging tot moord en opzettelijke beschadiging van eigendom met een autokrik
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 december 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1956 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Veenhuizen', was in hoger beroep veroordeeld voor poging tot moord en opzettelijke beschadiging van een scooter. De feiten vonden plaats op 20 april 2004 in de gemeente Stadskanaal, waar de verdachte met een autokrik op het hoofd van het slachtoffer [slachtoffer 1] sloeg, terwijl hij ook een scooter van [slachtoffer 2] beschadigde. De verdachte had eerder dreigingen geuit richting de aangevers en verklaarde dat hij wraak wilde nemen.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof de verklaring van de verdachte in hoger beroep niet onterecht had geïnterpreteerd. De verdachte had verklaard dat hij meende dat het slachtoffer [slachtoffer 1] een van de aangevers was, en het Hof concludeerde dat de verdachte met opzet de aanmerkelijke kans had aanvaard dat het slachtoffer zou overlijden door de klap met de krik. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, omdat de middelen niet tot cassatie konden leiden. De uitspraak van het Hof werd bevestigd, en de verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar, met terbeschikkingstelling en verpleging van overheidswege.