ECLI:NL:HR:2007:BB8432
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag omzetbelasting en levering van ziekenhuisapparatuur
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure van X CV tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 29 juli 2003, betreffende een naheffingsaanslag in de omzetbelasting voor het tijdvak van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2000. De naheffingsaanslag, ter hoogte van ƒ 377.617, werd opgelegd na bezwaar door de Inspecteur, die de aanslag handhaafde. Het Hof verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond, waarna belanghebbende in cassatie ging. De Staatssecretaris van Financiën diende een verweerschrift in en beide partijen reageerden schriftelijk op arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte heeft vastgesteld dat aan belanghebbende geen levering in de zin van de Wet op de omzetbelasting heeft plaatsgevonden. De Hoge Raad stelt dat goederen worden geleverd door de macht om als eigenaar over een zaak te beschikken aan een ander over te dragen. In dit geval was de juridische eigendom niet overgedragen, maar was er wel sprake van een economische eigendom. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens wordt de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 386,40 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van de overdracht van de macht om als eigenaar over goederen te beschikken, en dat dit niet enkel afhankelijk is van de economische eigendom. Dit arrest heeft implicaties voor de interpretatie van de Wet op de omzetbelasting en de voorwaarden waaronder levering plaatsvindt.