ECLI:NL:HR:2007:BB7671
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot aanhouding in strafzaak wegens niet-ontvankelijkheid in hoger beroep
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 december 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was in hoger beroep gegaan tegen een bij verstek gewezen vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Rotterdam, waarin hij was veroordeeld tot veertien weken gevangenisstraf voor valsheid in geschrift en opzettelijk nalaten van het verstrekken van benodigde gegevens. De verdachte had verzocht om aanhouding van de behandeling van de zaak, omdat hij zich niet in staat voelde om rechtsbijstand te verkrijgen. Het Hof had dit verzoek afgewezen, met de overweging dat de omstandigheden voor rekening en risico van de verdachte kwamen en dat er geen verdere verduidelijking of onderbouwing van zijn standpunt te verwachten was.
De Hoge Raad oordeelde dat de afwijzing van het verzoek tot aanhouding niet kon worden gedragen door de enkele overweging van het Hof. De Hoge Raad concludeerde dat het Hof op ontoereikende gronden had gehandeld door het verzoek van de verdachte af te wijzen. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, zodat de zaak opnieuw kon worden berecht en afgedaan. Dit arrest benadrukt het belang van rechtsbijstand en de noodzaak voor een verdachte om zich adequaat te kunnen verdedigen in een strafprocedure.