ECLI:NL:HR:2007:BB7189
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Cassatie over niet-ontvankelijkheid in vrijwaringsincident en de oproeping van een derde in hoger beroep
In deze zaak heeft Aichi Sales Office B.V. [eiseres] gedagvaard in kort geding voor de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch, waarbij Aichi vorderde dat [eiseres] de door haar aangebrachte Megatrax-verharding zou vervangen. De voorzieningenrechter heeft de vordering grotendeels toegewezen. [Eiseres] heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en in een incidentele memorie verzocht om Megatrax Benelux B.V. in vrijwaring op te roepen. Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft [eiseres] echter niet-ontvankelijk verklaard in haar incidentele vordering en de hoofdzaak naar de rol verwezen voor voortprocederen. Tegen deze beslissing heeft [eiseres] cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 14 december 2007 geoordeeld dat [eiseres] niet-ontvankelijk is in haar cassatieberoep. De Hoge Raad overweegt dat de oproeping van een derde in vrijwaring niet mogelijk is in hoger beroep, zoals ook het hof heeft geoordeeld. Dit is in lijn met de strekking van artikel 353 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waaruit blijkt dat de wetgever geen wijziging heeft willen aanbrengen in de mogelijkheid om een derde in vrijwaring op te roepen. De Hoge Raad benadrukt dat de formulering van de wet geen beslissende betekenis moet krijgen, gezien de rechtsontwikkeling en de waarborg van de procesorde.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekte tot niet-ontvankelijkverklaring van [eiseres] in haar cassatieberoep, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd. Tevens is [eiseres] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Aichi zijn begroot op nihil. Dit arrest draagt bij aan de rechtsontwikkeling met betrekking tot de procedurele mogelijkheden in hoger beroep en de rol van vrijwaring.