ECLI:NL:HR:2007:BB7177

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 november 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C06/151HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over onbetaalde facturen uit managementovereenkomst

In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. B.D.W. Martens, Imago Nederland B.V. gedagvaard voor de rechtbank te Breda op 4 december 2003. Eiseres vorderde een betaling van € 21.811,03, vermeerderd met rente en € 998,-- aan buitengerechtelijke kosten. De rechtbank heeft op 11 mei 2005 de vordering toegewezen. Imago heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het hof heeft op 25 april 2006 het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw rechtdoende Imago veroordeeld tot betaling van € 3.659,49, met rente en € 998,-- aan buitengerechtelijke kosten. Eiseres heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman, die strekte tot verwerping van het beroep, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Imago zijn begroot op € 726,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

23 november 2007
Eerste Kamer
Nr. C06/151HR
MK/IS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. B.D.W. Martens,
t e g e n
IMAGO NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Breda,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. D.M. de Knijff.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en Imago.
1. Het geding in feitelijke instanties
[Eiseres] heeft bij exploot van 4 december 2003 Imago gedagvaard voor de rechtbank te Breda en gevorderd, kort gezegd, Imago te veroordelen om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 21.811,03, met rente en een bedrag van € 998,-- (exclusief BTW) aan buitengerechtelijke kosten.
Imago heeft de vordering bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 11 mei 2005 de vordering toegewezen.
Tegen dit vonnis heeft Imago hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Bij arrest van 25 april 2006 heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd, en opnieuw rechtdoende, Imago veroordeeld om aan [eiseres] een bedrag van € 3.659,49 te betalen, met rente en een bedrag van € 998,-- (exclusief BTW) aan buitengerechtelijke kosten.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Imago heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Imago begroot op € 726,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A. Hammerstein en J.C. van Oven, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 23 november 2007.