ECLI:NL:HR:2007:BB7173
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep van een kind tegen uithuisplaatsing in justitiële jeugdinrichting
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van een kind, aangeduid als [verzoekster], tegen de uithuisplaatsing in een justitiële jeugdinrichting. De kinderrechter te Utrecht heeft op 2 februari 2007 de verzoekster voor de duur van een jaar onder toezicht gesteld van de Stichting Bureau Jeugdzorg Utrecht. Op 26 april 2007 heeft de Stichting een verzoek ingediend bij de kinderrechter voor een machtiging tot uithuisplaatsing van de verzoekster in een justitiële jeugdinrichting, wat werd verleend. De kinderrechter heeft op 4 mei 2007 een machtiging verleend voor uithuisplaatsing in een crisisopvang, die later werd verlengd tot een justitiële jeugdinrichting. De verzoekster heeft tegen deze beschikkingen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat haar niet-ontvankelijk verklaarde in haar verzoek om de beschikking van 26 april 2007 te vernietigen en de beschikking van 4 mei 2007 bekrachtigde.
Tegen deze beslissing heeft de verzoekster cassatie ingesteld. De Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de verzoekster in haar cassatieberoep, omdat de termijn van de uithuisplaatsing inmiddels was verstreken. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de verzoekster geen belang meer had bij de vernietiging van de beschikking, aangezien de uithuisplaatsing op 4 november 2007 afliep. Hierdoor werd de verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep.
De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 14 december 2007 door vice-president D.H. Beukenhorst en de raadsheren P.C. Kop, A. Hammerstein, F.B. Bakels en W.D.H. Asser. De beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer W.D.H. Asser.