5.3. De bestreden uitspraak houdt, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, het volgende in:
"Schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft in eerste aanleg een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van EUR 1604,90 ingesteld, bestaande uit de volgende posten:
-voor materiële schade als gevolg van verdachtes onder 1 en 4 tenlastegelegde handelen een bedrag van EUR.104,90.
-voor immateriële schade als gevolg van verdachtes onder 1 en 4 tenlastegelegde handelen een bedrag van EUR. 1.500,00.
De benadeelde partij heeft voorts een vergoeding gevorderd voor kosten van rechtsbijstand terzake van verdachtes onder 1 en 4 tenlastegelegde handelen voor een bedrag van EUR. 331,76. Gezien het voegingsformulier zijn deze kosten kennelijk reeds vergoed.
Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep voor wat betreft de immateriële kosten toegewezen tot een bedrag van EUR 750,00. De vordering is voor wat betreft de materiële kosten afgewezen.
De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor een bedrag van EUR.1.936,66.
Voor hetgeen méér gevorderd wordt dan in eerste aanleg zal de benadeelde partij niet ontvankelijk worden verklaard.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] als gevolg van verdachtes onder 1 meer subsidiair bewezen verklaarde handelen rechtstreeks immateriële schade heeft geleden tot na te melden bedrag.
Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
De verdachte zal voorts worden veroordeeld in de proceskosten van de benadeelde partij als hierna te melden.
De benadeelde partij zal voor het overige deel niet ontvankelijk worden verklaard in haar vordering.
Het hof ziet tevens aanleiding terzake de maatregel van artikel 36f van Wetboek van Strafrecht op te leggen als na te melden. Verdachte is naar burgerlijk recht aansprakelijk voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht.
(...)
Beslissing
(...)
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toe tot na te melden bedrag.
Veroordeelt verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partij voornoemd te betalen een bedrag van EUR 750,00 (zevenhonderdvijftig euro).
Verklaart de benadeelde partij voornoemd in haar vordering voor wat betreft het overige niet-ontvankelijk.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij [slachtoffer 1] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van [slachtoffer 1], wonende te [land A], [plaats A], [a-straat 1], een bedrag te betalen van EUR 750,00 (zevenhonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 15 (vijftien) dagen hechtenis.
Bepaalt dat, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen."