ECLI:NL:HR:2007:BB6948

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 november 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/11290
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieverzoek van Levob Bank N.V. tegen niet verschenen verweerders in verband met formeel gebrek in dagvaarding

In deze zaak heeft Levob Bank N.V. op 23 augustus 2007 een exploot van dagvaarding uitgebracht tegen meerdere verweerders in cassatie, die niet zijn verschenen. Levob heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 24 mei 2007. De Hoge Raad heeft op 2 november 2007 uitspraak gedaan in deze cassatieprocedure. De Advocaat-Generaal J. Wuisman heeft geconcludeerd dat het exploot van dagvaarding niet voldeed aan de vereisten van de Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, omdat het niet de noodzakelijke mededeling bevatte over de gevolgen van het niet verschijnen van de gedaagden. Dit gebrek leidt tot nietigheid van het exploot, maar het is niet aannemelijk dat de gedaagden het exploot niet hebben ontvangen. De Hoge Raad heeft daarom besloten dat er een nieuwe roldatum moet worden bepaald en dat Levob een herstelexploot moet uitbrengen om de gedaagden opnieuw op te roepen. De rolraadsheer heeft bepaald dat de zaak opnieuw zal worden uitgeroepen op 30 november 2007, met de verplichting voor Levob om de gedaagden op deze datum te laten verschijnen, met herstel van het eerder genoemde gebrek op haar kosten. De verdere beslissing is aangehouden.

Uitspraak

2 november 2007
Eerste Kamer
Nr. 07/11290HR
Hoge Raad der Nederlanden
Rolbeschikking
in de zaak van:
LEVOB BANK N.V.,
gevestigd te Amersfoort,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. F.E. Vermeulen,
t e g e n
1. [Verweerder 1],
2. [Verweerster 2],
beiden wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
niet verschenen.
1. Het geding in cassatie
Eiseres tot cassatie - verder te noemen: Levob - heeft bij exploot van 23 augustus 2007 aan verweerders in cassatie - verder te noemen: [verweerder] c.s. - aangezegd dat zij beroep in cassatie instelt tegen het tussen partijen gewezen arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 24 mei 2007 en [verweerder] c.s. gedagvaard te verschijnen ter terechtzitting van de Hoge Raad van 7 september 2007.
[Verweerder] c.s. zijn in cassatie niet verschenen. Levob heeft verzocht verstek te verlenen tegen [verweerder] c.s. De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt ertoe op de voet van art. 121 lid 2 Rv. een nadere datum te bepalen met bevel tot oproeping van [verweerder] c.s. met herstel van het na te noemen gebrek.
2. Beoordeling van het verzoek tot verstekverlening
Het exploot van dagvaarding van 23 augustus 2007 voldoet niet aan de ingevolge art. 407 lid 1 in verbinding met art. 111 lid 2, aanhef en onder j, Rv. in acht te nemen eisen, vermeld in art. 140 lid 2 in verbinding met art. 140 lid 1 Rv., aangezien het niet de mededeling bevat dat indien er meer gedaagden zijn en tenminste één van hen in het geding is verschenen, terwijl ten aanzien van de niet verschenen gedaagden de voorgeschreven formaliteiten in acht zijn genomen, tegen hen verstek wordt verleend en tussen de eiser en de verschenen gedaagden wordt voortgeprocedeerd, met dien verstande dat tussen alle partijen één vonnis wordt gewezen dat als een vonnis op tegenspraak wordt beschouwd.
Ingevolge art. 120 lid 1 Rv. brengt dit gebrek nietigheid van het exploot mee.
Het is evenwel niet aannemelijk dat het exploot als gevolg van dit gebrek [verweerder] c.s. niet heeft bereikt zodat, gelet op art. 121 lid 2 Rv., een nieuwe roldatum zal worden bepaald, met bevel aan Levob tot het uitbrengen aan [verweerder] c.s. van een herstelexploot met hernieuwde oproeping van hen.
3. Beschikkende
De rolraadsheer:
bepaalt dat de zaak weer zal worden uitgeroepen ter rolle van 30 november 2007;
beveelt Levob aan [verweerder] c.s. die datum bij exploot aan te zeggen en hen op te roepen dan te verschijnen, met herstel van voormeld gebrek op haar kosten;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheer F.B. Bakels en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 november 2007.