ECLI:NL:HR:2007:BB6179

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 november 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C06/179HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de totstandkoming van een merchandisingovereenkomst voor Floriade 2002

In deze zaak gaat het om een geschil tussen THE LICENSING CHANNEL B.V. (TLC) en de STICHTING INTERNATIONALE TUINBOUW TENTOONSTELLING FLORIADE 2002 (Floriade) over de totstandkoming van een merchandisingovereenkomst voor de Floriade 2002. TLC heeft Floriade gedagvaard voor de rechtbank Haarlem op 21 februari 2002, waarbij zij vorderde dat Floriade zou worden veroordeeld tot schadevergoeding. De rechtbank heeft TLC toegelaten tot bewijs van haar stelling dat er op 1 oktober 2001 een perfecte overeenkomst was gesloten. Na getuigenverhoren heeft de rechtbank op 14 juli 2004 de vorderingen van TLC afgewezen. TLC heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 2 februari 2006 het eindvonnis van de rechtbank bekrachtigde.

Tegen dit arrest heeft TLC cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de klachten in de cassatieprocedure beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van TLC verworpen en TLC veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Floriade zijn begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is uitgesproken op 16 november 2007 door de vice-president en de raadsheren in openbare zitting.

Uitspraak

16 november 2007
Eerste Kamer
Nr. C06/179HR
RM/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
THE LICENSING CHANNEL B.V.,
gevestigd te Diemen,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. R.Th.R.F. Carli,
t e g e n
STICHTING INTERNATIONALE TUINBOUW TENTOONSTELLING FLORIADE 2002,
gevestigd te Hoofddorp,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als TLC en Floriade.
1. Het geding in feitelijke instanties
TLC heeft bij exploot van 21 februari 2002 Floriade gedagvaard voor de rechtbank Haarlem en, na wijziging van eis bij conclusie na enquête, gevorderd, kort gezegd, Floriade te veroordelen tot vergoeding van de, in die conclusie nader omschreven, door haar geleden schade, primair door de rechtbank naar billijkheid te begroten en subsidiair op te maken bij staat, te vermeerderen met rente en kosten.
Floriade heeft de vordering bestreden.
Bij tussenvonnis van 26 februari 2003 heeft de rechtbank TLC toegelaten tot het bewijs van haar stelling dat zij op 1 oktober 2001 met Floriade een perfecte merchandisingovereenkomst heeft gesloten. Na getuigenverhoren heeft de rechtbank bij eindvonnis van 14 juli 2004 de vorderingen afgewezen.
Tegen het eindvonnis heeft TLC hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Bij arrest van 2 februari 2006 heeft het hof het eindvonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft TLC beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Floriade heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor Floriade mede door mr. T.F.E. Tjong Tjin Tai.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt TLC in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Floriade begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 16 november 2007.