ECLI:NL:HR:2007:BB6008
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Cassatie over incasso van restantsaldo in rekening-courantverhouding tussen tuinbouwcoöperatie en voormalig lid
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een tuinbouwcoöperatie, The Greenery B.V., en een voormalig lid, aangeduid als [eiser], over de incasso van een restantsaldo uit een rekening-courantverhouding. The Greenery heeft op 11 mei 2000 [eiser] gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage, waarbij zij vorderde dat [eiser] een bedrag van ƒ 38.638,83, vermeerderd met rente en kosten, zou betalen. De rechtbank heeft op 28 augustus 2002 [eiser] veroordeeld tot betaling van € 17.533,54 aan The Greenery. Hierop heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 3 november 2005 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd.
Tegen dit arrest heeft [eiser] cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de advocaten van beide partijen hebben hun standpunten toegelicht. De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal was om het beroep in cassatie te verwerpen. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 596,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in de middelen niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.