ECLI:NL:HR:2007:BB5071
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Geschil over toezegging arbeidsvoorwaarden bij aandelenoverdracht
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een vennootschap, UNIT PROCES TECHNICS AUTOMATION B.V. (UPTA), en een voormalig aandeelhouder/werknemer, aangeduid als [eiser]. De kern van het geschil betreft de vraag of aan [eiser] bij de overdracht van zijn aandelen de toezegging is gedaan dat hij tot aan zijn pensionering onder gelijkblijvende arbeidsvoorwaarden in dienst zou blijven. De zaak is gestart met een dagvaarding op 30 januari 2004, waarbij [eiser] UPTA heeft aangeklaagd voor de rechtbank, sector kanton, te Breda, locatie Bergen op Zoom. Hij vorderde primair een bedrag van € 848.189,54 en subsidiair € 381.360,08, vermeerderd met rente en kosten. UPTA heeft de vordering bestreden, waarna de kantonrechter op 7 juli 2004 de vordering heeft afgewezen.
Tegen deze afwijzing heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het hof heeft op 24 januari 2006 het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd. Hierop heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekte tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft op 23 november 2007 het beroep verworpen en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van UPTA zijn begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.