ECLI:NL:HR:2007:BB5064
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de beschikking tot weigering van machtiging tot voortgezet verblijf in psychiatrisch ziekenhuis
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 november 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. De officier had op 21 mei 2007 een verzoek ingediend bij de rechtbank tot het verlenen van een machtiging tot voortgezet verblijf van betrokkene in het psychiatrisch ziekenhuis BAVO Europoort, waar zij op dat moment onder een voorlopige machtiging was opgenomen. De rechtbank heeft op 12 juni 2007 het verzoek afgewezen, wat leidde tot het cassatieberoep.
De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank de beoordeling van het verzoek van de officier van justitie niet op de juiste wijze had uitgevoerd. De rechtbank had de afwijzing van het verzoek gemotiveerd met de stelling dat er geen gevaar was gebleken dat de voortzetting van het verblijf van betrokkene noodzakelijk maakte. Dit oordeel werd door de Hoge Raad als onbegrijpelijk bestempeld, gezien de overgelegde geneeskundige verklaring en het behandelingsplan, waaruit bleek dat betrokkene leed aan een bipolaire stoornis en dat er wel degelijk gevaar aanwezig was.
De Hoge Raad vernietigde de beschikking van de rechtbank en verwees de zaak terug naar de rechtbank voor verdere behandeling en beslissing. Dit oordeel benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door de rechtbank bij het afwijzen van verzoeken om machtiging tot voortgezet verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis, vooral wanneer er substantiële medische informatie is overgelegd die het gevaar onderbouwt.