ECLI:NL:HR:2007:BB5054
Hoge Raad
- Herziening
- G.J.M. Corstens
- B.C. de Savornin Lohman
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Herziening van een arrest inzake poging tot verkrachting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 oktober 2007 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een eerder arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De aanvrager, die in 2001 was veroordeeld voor poging tot verkrachting, verzocht om herziening van de uitspraak. De Hoge Raad oordeelde dat de aanvrage niet voldeed aan de vereisten zoals gesteld in de artikelen 457, 459 en 460 van het Wetboek van Strafvordering. De aanvrage bevatte geen nieuwe feiten of omstandigheden die niet eerder aan de rechter bekend waren, en kon daarom niet worden ontvangen. De Hoge Raad benadrukte dat voor een herziening een opgave van bewijsmiddelen vereist is die de nieuwe omstandigheden onderbouwen. De Hoge Raad verklaarde de aanvrage tot herziening niet-ontvankelijk, waarmee de eerdere veroordeling in stand bleef. Dit arrest volgt op een eerdere uitspraak waarbij de straf van de aanvrager was verminderd van vijftien maanden naar twaalf maanden gevangenisstraf.