ECLI:NL:HR:2007:BB4758
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. Van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap na echtscheiding tussen voormalige echtelieden
In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige echtelieden over de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. De vrouw heeft op 12 februari 2002 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Utrecht om de echtscheiding uit te spreken en de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap vast te stellen. De man heeft hierop gereageerd met een verweerschrift en een zelfstandig verzoekschrift tot echtscheiding. De rechtbank heeft op 7 augustus 2002 de echtscheiding uitgesproken en de zaak met betrekking tot de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap aangehouden.
Op 14 september 2005 heeft de rechtbank de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap vastgesteld, waarbij de man werd veroordeeld om aan de vrouw een bedrag van € 23.684,20 te betalen wegens overbedeling. De man heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, terwijl de vrouw incidenteel hoger beroep heeft ingesteld. Het hof heeft op 6 juli 2006 de beschikking van de rechtbank gedeeltelijk vernietigd en de man veroordeeld om aan de vrouw een bedrag van € 93.046,-- te betalen, en heeft bepaald dat de rekening-courant schuld van de man aan Tax Litigation Advocaten B.V. door hem gedragen dient te worden.
Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de klachten in het cassatierekest beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten geen nadere motivering behoeven, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Op 7 december 2007 heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.