ECLI:NL:HR:2007:BB4368

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 september 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
43503
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot herziening in belastingzaak

Op 28 september 2007 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een cassatiezaak waarbij belanghebbende, aangeduid als X1 te Z, in beroep ging tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden. Deze uitspraak betrof een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van het hof van 16 augustus 2002. Het Hof had het verzoek tot herziening afgewezen, waarop belanghebbende cassatie heeft ingesteld. De Minister van Financiën heeft in een verweerschrift geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep, waarop belanghebbende een conclusie van repliek heeft ingediend.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het middel van belanghebbende niet tot cassatie kan leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft ook geoordeeld dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep ongegrond verklaard. Dit arrest is openbaar uitgesproken en is aan de uitspraak van het Hof gehecht, evenals het beroepschrift in cassatie. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtsontwikkeling binnen het bestuurs- en belastingrecht, en biedt inzicht in de procedure rondom herziening van eerdere uitspraken.

Uitspraak

Nr. 43.503
28 september 2007
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van X1 te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 7 juli 2006, nr. BK 05/00107, betreffende een verzoek tot herziening van de uitspraak van dat hof van 16 augustus 2002, nr. BK 328/01.
1. De uitspraak op het verzoek tot herziening
Het Hof heeft het verzoek tot herziening afgewezen.
De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Minister van Financiën heeft bij verweerschrift geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
3. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren P. Lourens en E.N. Punt, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 28 september 2007.