ECLI:NL:HR:2007:BB4368
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot herziening in belastingzaak
Op 28 september 2007 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een cassatiezaak waarbij belanghebbende, aangeduid als X1 te Z, in beroep ging tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden. Deze uitspraak betrof een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van het hof van 16 augustus 2002. Het Hof had het verzoek tot herziening afgewezen, waarop belanghebbende cassatie heeft ingesteld. De Minister van Financiën heeft in een verweerschrift geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep, waarop belanghebbende een conclusie van repliek heeft ingediend.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het middel van belanghebbende niet tot cassatie kan leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft ook geoordeeld dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep ongegrond verklaard. Dit arrest is openbaar uitgesproken en is aan de uitspraak van het Hof gehecht, evenals het beroepschrift in cassatie. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtsontwikkeling binnen het bestuurs- en belastingrecht, en biedt inzicht in de procedure rondom herziening van eerdere uitspraken.