ECLI:NL:HR:2007:BB3427
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aftrekbaarheid van advieskosten in verband met voorbelasting bij aandelenverkoop
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 september 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure van Investrand B.V. tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft de aftrekbaarheid van btw op advieskosten die zijn gemaakt om een geldvordering veilig te stellen, welke is ontstaan vóór de aanvang van het ondernemerschap van de belanghebbende. De Hoge Raad heeft de vraag voorgelegd aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, dat op 8 februari 2007 een prejudiciële beslissing heeft gegeven. Het Hof oordeelde dat de kosten voor adviesdiensten die een belastingplichtige afneemt, niet kunnen worden aangemerkt als kosten die rechtstreeks en onmiddellijk verband houden met de economische activiteiten van de belastingplichtige, indien deze kosten betrekking hebben op een schuldvordering die is ontstaan vóór het moment dat de belastingplichtige voor de btw belastingplichtig is geworden.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat de advieskosten die Investrand B.V. heeft gemaakt ter vaststelling van de geldvordering met betrekking tot de overgedragen aandelen in D B.V., niet in aanmerking komen voor aftrek van de btw. De Hoge Raad heeft de middelen van cassatie van de belanghebbende verworpen, wat betekent dat de eerdere uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft. Tevens heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken en ondertekend door de vice-president en de raadsheren.