ECLI:NL:HR:2007:BB3321
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over voorlopige machtiging tot opname in psychiatrisch ziekenhuis bij alcoholverslaving en psychische stoornis
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 oktober 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de weigering van een voorlopige machtiging tot opname in een psychiatrisch ziekenhuis. De officier van justitie in het arrondissement 's-Gravenhage had op 21 maart 2007 een verzoek ingediend bij de rechtbank voor de opname van betrokkene, die leed aan alcoholverslaving en het syndroom van Korsakov. De rechtbank heeft het verzoek op 27 maart 2007 afgewezen, waarbij zij oordeelde dat de alcoholverslaving niet gepaard ging met andere psychische stoornissen die de gevaarlijke daden van betrokkene overwegend beheersen.
De Hoge Raad heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en de zaak terugverwezen voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank onvoldoende had gemotiveerd waarom de symptomen van betrokkene, zoals een sterk gestoord kortetermijngeheugen en afhankelijkheid van zorg, niet als een psychische stoornis konden worden aangemerkt die de gevaarlijke daden van betrokkene beïnvloedden. De conclusie van de Advocaat-Generaal, die tot vernietiging van de beschikking strekte, werd door de Hoge Raad gevolgd. De zaak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van de psychische toestand van betrokkene in het kader van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz).
De uitspraak heeft implicaties voor de toepassing van de Bopz in gevallen van alcoholverslaving, waarbij de Hoge Raad bevestigt dat een combinatie van psychische stoornissen noodzakelijk is voor een voorlopige machtiging. De beslissing van de Hoge Raad biedt richtlijnen voor toekomstige zaken waarin de beoordeling van psychische aandoeningen en de daaruit voortvloeiende risico's centraal staan.