ECLI:NL:HR:2007:BB3317
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Verzekeringsrecht en de afbakening van WAM- en AVB-verzekering in cassatie
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een geschil tussen Delta Lloyd Schadeverzekering N.V. en een verweerster, voorheen genaamd [A] B.V., over de dekking van schade die is ontstaan door een ongeval op 22 mei 1997. De verweerster had Delta Lloyd gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam, waarbij zij vorderde dat Delta Lloyd zou worden veroordeeld tot vergoeding van de schade die zij aan haar werknemer, [betrokkene 1], moest betalen. De rechtbank heeft de vorderingen van de verweerster bij vonnis van 21 juli 2004 afgewezen. Hierop heeft de verweerster hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, waar zij haar eis heeft gewijzigd en onder andere heeft gevorderd dat Delta Lloyd aansprakelijk is voor de schade en dekking dient te verlenen onder de verzekeringsovereenkomst.
Het gerechtshof heeft op 9 februari 2006 het vonnis van de rechtbank vernietigd en geoordeeld dat Delta Lloyd dekking dient te verlenen onder de verzekeringsovereenkomst. Delta Lloyd heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten van Delta Lloyd niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en Delta Lloyd veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan door de vice-president en een aantal raadsheren, en openbaar uitgesproken op 5 oktober 2007.