ECLI:NL:HR:2007:BB3067
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- W.A.M. van Schendel
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch inzake strafzaak met betrekking tot opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en Wet wapens en munitie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 oktober 2007 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was eerder veroordeeld tot elf jaren en acht maanden gevangenisstraf voor verschillende strafbare feiten, waaronder het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en de Wet wapens en munitie. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. R. Zilver en mr. H.H.M. van Dijk, beoordeeld. De Advocaat-Generaal Knigge had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar alleen ten aanzien van de strafoplegging, en tot verwerping van het beroep voor het overige. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, en deze verminderd tot elf jaren en drie maanden. Het beroep werd voor het overige verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de redelijke termijn voor de behandeling van het cassatieberoep was overschreden, wat leidde tot de strafvermindering. De middelen van de verdachte konden niet tot cassatie leiden, en de Hoge Raad oordeelde dat er geen andere gronden waren voor vernietiging van de bestreden uitspraak. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan door vice-president G.J.M. Corstens en de raadsheren W.A.M. van Schendel en J.W. Ilsink, in aanwezigheid van waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber.