ECLI:NL:HR:2007:BB2965
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Oplegging van schadevergoedingsmaatregel na ontploffing in bushokje
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 november 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was veroordeeld voor het medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, met gemeen gevaar voor goederen. De feiten betroffen een incident op 12 december 2004, waarbij de verdachte samen met een mededader een vuurwerkbom in een bushokje tot ontploffing bracht, wat leidde tot schade aan het bushokje van de gemeente Reimerswaal. Het Hof had de verdachte de verplichting opgelegd om € 2.000,- te betalen aan de Staat ten behoeve van de gemeente, die zich niet als benadeelde partij had gevoegd in het strafproces.
De Hoge Raad oordeelde dat de klacht van de verdachte, dat het Hof niet vrijstond om de schadevergoedingsmaatregel op te leggen omdat deze niet ter terechtzitting aan de orde was geweest, geen steun vond in het recht. Ook de klacht dat de schade niet nauwkeurig kon worden vastgesteld, werd verworpen. Het Hof had de schade bepaald op basis van de aangifte van de gemeente, en dit oordeel werd door de Hoge Raad als niet onbegrijpelijk beschouwd. De Hoge Raad concludeerde dat het beroep in cassatie niet kon leiden tot vernietiging van de bestreden uitspraak, en verwierp het beroep.
De uitspraak benadrukt de mogelijkheid voor de rechter om een schadevergoedingsmaatregel op te leggen, zelfs als deze niet expliciet ter sprake is gekomen tijdens de zitting, mits de verdachte aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is veroorzaakt. De Hoge Raad bevestigde de rechtsgeldigheid van de opgelegde maatregel en de hoogte van de schadevergoeding, en oordeelde dat er geen gronden waren voor cassatie.