ECLI:NL:HR:2007:BA9708

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 september 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C06/095HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over rechtmatigheid opzegging lidmaatschap Vereniging van Eigenaars van het Beach Park Texel

In deze zaak gaat het om een geschil tussen de Vereniging van Eigenaren van het Beach Park Texel en een aantal leden over de rechtmatigheid van de opzegging van hun lidmaatschap. De Vereniging heeft op 10, 11 en 13 januari 2000 de leden gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam. De Vereniging vorderde onder andere dat de leden niet voldaan hadden aan hun verplichtingen uit de koop- en aannemingsovereenkomst en de statuten van de Vereniging. Tevens werd gevorderd dat de leden een boete van ƒ 25.000,-- per kavel zouden verbeuren en dat zij met terugwerkende kracht lid zouden moeten worden van de Vereniging. De rechtbank heeft op 12 mei 2004 het gevorderde afgewezen, waarna de Vereniging hoger beroep heeft ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. Het hof heeft op 17 november 2005 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Hierop heeft de Vereniging cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.

De Hoge Raad heeft op 7 september 2007 het beroep in cassatie verworpen. De raadsheren hebben geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden. Dit oordeel behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft de Vereniging bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de niet verschenen verweerders zijn begroot op nihil.

Uitspraak

7 september 2007
Eerste Kamer
Nr. C06/095HR
MK/IS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
VERENIGING VAN EIGENAREN VAN HET BEACH PARK TEXEL,
gevestigd te Texel,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.L.J. Duijsens,
t e g e n
1. [Verweerder 1],
wonende te [woonplaats],
2. [Verweerder 2],
wonende te [woonplaats],
3. [Verweerder 3],
wonende te [woonplaats],
4. [Verweerder 4],
wonende te [woonplaats],
5. [Verweerder 5],
wonende te [woonplaats],
6. [Verweerder 6],
wonende te [woonplaats],
7. [Verweerder 7],
wonende te [woonplaats], Duitsland,
8. [Verweerder 8],
wonende te [woonplaats], Duitsland,
9. [Verweerder 9],
wonende te [woonplaats], Duitsland,
10. [Verweerder 10],
wonende te [woonplaats], Duitsland,
11. [Verweerder 11],
wonende te [woonplaats], Duitsland,
12. [Verweerder 12],
wonende te [woonplaats], Duitsland,
VERWEERDERS in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de Vereniging en [verweerder] c.s.
1. Het geding in feitelijke instanties
De Vereniging heeft bij exploten van 10 januari 2000, 11 januari 2000 en 13 januari 2000 [verweerder] c.s. gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam en gevorderd, kort gezegd,
1. te verklaren voor recht:
- dat [verweerder] c.s. niet hebben voldaan aan hun verplichtingen uit de koop- en aannemingsovereenkomst en de statuten en het huishoudelijk reglement van de Vereniging;
- dat [verweerder] c.s. de boete van ƒ 25.000,-- per kavel hebben verbeurd;
- dat [verweerder] c.s. slechts gerechtigd zijn tot opzegging of beëindiging anderszins van het lidmaatschap van de Vereniging op de gronden als opgenomen in art. 6 van de statuten van de Vereniging;
2. [verweerder] c.s. te gebieden wederom en met terugwerkende kracht lid te worden van de Vereniging met de beperkingen als neergelegd in art. 6 van de statuten van de Vereniging;
3. [verweerder] c.s. te verbieden hierna wederom het lidmaatschap op te zeggen met de beperkingen als neergelegd in art. 6 van de statuten van de Vereniging;
4. [verweerder] c.s. te veroordelen aan de Vereniging te betalen een bedrag van ƒ 25.000,-- per rechthebbende op een villa in het Beach-Park Texel, met rente en kosten.
[Verweerder] c.s. hebben de vordering bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 12 mei 2004 het gevorderde afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft de Vereniging hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Bij arrest van 17 november 2005 heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft de Vereniging beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen de niet verschenen [verweerder] c.s. is verstek verleend.
De zaak is voor de Vereniging toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt de Vereniging in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] c.s. begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, F.B. Bakels en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 7 september 2007.