ECLI:NL:HR:2007:BA9618
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Vaststelling onderhoudsplicht vader naar Zweeds kinderalimentatierecht
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een Zweedse moeder en een Nederlandse vader over de vaststelling van de onderhoudsplicht van de vader voor hun in Zweden wonende minderjarige kind, in het kader van het Zweedse kinderalimentatierecht. De vrouw, wonende in Zweden, heeft op 29 januari 2003 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Roermond, waarin zij verzocht om vaststelling van een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun dochter, ten laste van de man, van € 1.200,-- per maand, met ingang van de geboortedatum van het kind.
De man heeft het verzoek bestreden, waarna de rechtbank op 1 december 2004 heeft bepaald dat de man met ingang van 24 juni 2000 aan de vrouw € 1.200,-- per maand zal betalen. De man ging in hoger beroep bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, terwijl de vrouw incidenteel hoger beroep instelde. Het hof heeft op 11 juli 2006 de beschikking van de rechtbank vernietigd en opnieuw rechtdoende bepaald dat de man met ingang van 24 juni 2000 € 440,-- per maand aan de vrouw zal betalen voor de verzorging en opvoeding van hun dochter.
Tegen deze beschikking heeft de vrouw cassatie ingesteld. De man is in cassatie niet verschenen. De Advocaat-Generaal L. Strikwerda heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De advocaat van de vrouw heeft hierop gereageerd. De Hoge Raad heeft de klachten in het cassatiemiddel niet gegrond verklaard, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en deze beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer W.D.H. Asser op 19 oktober 2007.