ECLI:NL:HR:2007:BA8064
Hoge Raad
- Cassatie
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Dubbele aanslagen inkomstenbelasting en vergrijpboete
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 15 september 2006, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2000. De belanghebbende ontving op 16 juli 2003 een aanslagbiljet voor een bedrag van ƒ 397.331. Later, op 31 juli 2003, ontving hij een tweede aanslagbiljet, waarin ook een vergrijpboete was opgenomen. Na bezwaar tegen de aanslag en de boete, handhaafde de Inspecteur de aanslag maar verlaagde hij de boete. Het Hof verklaarde het beroep van belanghebbende gegrond, vernietigde de uitspraken van de Inspecteur en verminderde de aanslag van 16 juli 2003, terwijl het de aanslag van 31 juli 2003 als navorderingsaanslag vernietigde.
Belanghebbende stelde beroep in cassatie in tegen de uitspraak van het Hof. De Inspecteur had in een brief van 19 augustus 2003 medegedeeld dat de aanslagen met dagtekening 31 juli 2003 de juiste aanslagen waren en dat de aanslagen met dagtekening 16 juli 2003 als niet verzonden konden worden beschouwd. Het Hof oordeelde dat de aanslag van 16 juli 2003 rechtsgeldig was opgelegd en dat de mededeling van de Inspecteur niet als een vernietiging van deze aanslag kon worden aangemerkt. Het middel van belanghebbende, dat zich tegen deze oordelen richtte, kon niet tot cassatie leiden.
De Hoge Raad oordeelde dat de beslissing van het Hof juist was en verklaarde het beroep ongegrond. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 29 juni 2007.