ECLI:NL:HR:2007:BA8060
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor omzetbelasting en dubbele aansprakelijkstelling
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkstelling van belanghebbende voor de niet-betaalde omzetbelasting van B B.V. over het tijdvak van 1 januari 2001 tot en met 30 september 2001. De Ontvanger heeft belanghebbende bij beschikking van 15 september 2003 aansprakelijk gesteld voor een bedrag van € 51.353, inclusief heffingsrente en kosten. Het bezwaar van belanghebbende tegen deze beschikking werd door de Ontvanger afgewezen, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarop belanghebbende cassatie instelde. De Minister van Financiën diende een verweerschrift in.
De Hoge Raad oordeelt dat de aansprakelijkstelling van belanghebbende niet in strijd is met de wet, ook al was er eerder een aansprakelijkstelling voor een andere schuld van B B.V. De Hoge Raad stelt vast dat de beschikking van 15 september 2003 door de Ontvanger was gegeven ter bewaring van recht, voor het geval de eerdere aansprakelijkstelling niet in stand zou blijven. De Hoge Raad concludeert dat er geen wettelijke bepaling of rechtsbeginsel is dat zich verzet tegen de tweede aansprakelijkstelling. De middelen van belanghebbende worden verworpen, en de Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond. De proceskosten worden niet toegewezen.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren P.J. van Amersfoort, P. Lourens, C.B. Bavinck en E.N. Punt, en is openbaar uitgesproken op 29 juni 2007.