ECLI:NL:HR:2007:BA7771
Hoge Raad
- Herziening
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis inzake sociale verzekeringen en loonadministratie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 juni 2007 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een eerder vonnis van de Rechtbank te 's-Gravenhage, gedateerd 8 september 2005. De aanvrager, geboren in 1946 en wonende te [woonplaats], was eerder veroordeeld voor het medeplegen van opzettelijke overtredingen van verplichtingen uit de Organisatiewet sociale verzekeringen en de Coördinatiewet sociale verzekering. De Rechtbank had de aanvrager veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 jaar, met een proeftijd van 2 jaren, en een werkstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis.
De aanvrage tot herziening werd ingediend door mr. P.A.L.C. Lamme, advocaat te Zoetermeer. De Hoge Raad beoordeelde de aanvrage aan de hand van de relevante artikelen uit het Wetboek van Strafvordering, met name art. 457, 459 en 460. De Hoge Raad stelde vast dat de aanvrage niet voldeed aan de vereisten zoals gesteld in de wet, aangezien de aangevoerde omstandigheden niet konden worden aangemerkt als een beroep op nieuwe feiten die het ernstig vermoeden wekken dat het onderzoek der zaak anders zou zijn verlopen.
Uiteindelijk verklaarde de Hoge Raad de aanvrage tot herziening niet-ontvankelijk, waarmee de eerdere veroordeling van de aanvrager in stand bleef. Dit arrest is uitgesproken door de vice-president F.H. Koster, samen met de raadsheren J.P. Balkema en A.J.A. van Dorst, in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart.