ECLI:NL:HR:2007:BA7766
Hoge Raad
- Herziening
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Herziening van een strafrechtelijke veroordeling wegens verkrachting en bedreiging met zware mishandeling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 juni 2007 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een eerder arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De aanvrager, die ten tijde van de aanvrage verbleef in de TBS-kliniek 'Oostvaarderskliniek' te Amsterdam, was eerder veroordeeld voor verkrachting en bedreiging met zware mishandeling. Het Gerechtshof had de aanvrager, met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te 's-Gravenhage, veroordeeld tot een gevangenisstraf van één jaar, met terbeschikkingstelling en verpleging van overheidswege.
De aanvrage tot herziening is ingediend op basis van de mogelijkheid om nieuwe feiten of omstandigheden aan te voeren die niet eerder bekend waren en die een vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging zouden kunnen rechtvaardigen. De Hoge Raad heeft echter vastgesteld dat de aanvrage niet voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 457 van het Wetboek van Strafvordering. Er zijn geen nieuwe feiten of omstandigheden gepresenteerd die het ernstig vermoeden wekken dat, indien deze bekend waren geweest, het onderzoek tot een andere uitkomst zou hebben geleid.
Daarom heeft de Hoge Raad de aanvrage tot herziening niet-ontvankelijk verklaard. Dit arrest is gewezen door vice-president F.H. Koster, samen met raadsheren J.P. Balkema en J. de Hullu, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart.