ECLI:NL:HR:2007:BA7736
Hoge Raad
- Cassatie
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding en kosten van invordering in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 23 juni 2006, betreffende een aanslag in de premie arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen voor het jaar 2001. De Inspecteur had een aanslag opgelegd naar een premie-inkomen van € 38.118, welke na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de aanslag ambtshalve verminderde tot € 10.141 en de uitspraak van de Inspecteur vernietigde. Belanghebbende stelde vervolgens cassatie in tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof onvoldoende gemotiveerd heeft geoordeeld dat het niet bevoegd was om kennis te nemen van het geschil over de kosten van invordering. De Hoge Raad stelt vast dat de werkzaamheden van de deskundige niet gelijkgesteld kunnen worden aan rechtsbijstand in de procedure. De Hoge Raad verklaart zowel het principale als het incidentele beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissingen omtrent de aanslag en het griffierecht, en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling.
De Hoge Raad gelast tevens dat de Staat aan belanghebbende het griffierecht van € 105 vergoedt. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige motivering door lagere rechters bij het afwijzen van verzoeken om schadevergoeding in het kader van bestuursrechtelijke procedures.