ECLI:NL:HR:2007:BA7734

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 juli 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C06/075HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil tussen woningstichting en ontruimde huurders over mondeling aangegane huurovereenkomst

In deze zaak gaat het om een huurgeschil tussen [eiser] c.s. en de Stichting Woningbedrijf Amsterdam (SWA), thans genaamd Ymere. De eisers hebben SWA gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam, sector kanton, met de vordering om te verklaren voor recht dat SWA tekortgeschoten is in de nakoming van een huurovereenkomst en om SWA te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 240.794,51, vermeerderd met rente en kosten. De kantonrechter heeft de vordering op 10 september 2003 afgewezen. Hierop hebben [eiser] c.s. hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.

Het gerechtshof heeft in een tussenarrest van 30 december 2004 [eiser] c.s. toegelaten tot het bewijs van hun stelling dat er op 16 oktober 2000 mondeling een huurovereenkomst tot stand is gekomen. Na het horen van getuigen heeft het hof in een eindarrest van 18 augustus 2005 het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd. Tegen zowel het tussen- als het eindarrest hebben [eiser] c.s. cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft op 13 juli 2007 het beroep in cassatie verworpen en [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van SWA op nihil zijn begroot.

De Hoge Raad oordeelt dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer W.D.H. Asser.

Uitspraak

13 juli 2007
Eerste Kamer
Nr. C06/075HR
RM/AT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiser 1],
2. [Eiseres 2],
beiden wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
STICHTING WONINGBEDRIJF AMSTERDAM, thans genaamd Ymere,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en SWA.
1. Het geding in feitelijke instanties
[Eiser] c.s. hebben bij exploot van 27 februari 2003 SWA gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam, sector kanton, en gevorderd, kort gezegd, te verklaren voor recht dat SWA is tekortgeschoten in de nakoming van de tussen partijen totstandgekomen huurovereenkomst en SWA te veroordelen tot betaling van € 240.794,51, met rente en kosten.
SWA heeft de vordering bestreden.
De kantonrechter heeft bij eindvonnis van 10 september 2003 de vordering afgewezen.
Tegen dit vonnis hebben [eiser] c.s. hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Bij tussenarrest van 30 december 2004 heeft het hof [eiser] c.s. toegelaten tot het bewijs van hun stelling dat op 16 oktober 2000 mondeling een huurovereenkomst tussen hen en SWA is totstandgekomen. Na getuigenverhoren heeft het hof bij eindarrest van 18 augustus 2005 het vonnis waarvan beroep bekrachtigd.
Beide arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen zowel het tussen- als het eindarrest van het hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen SWA is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] c.s. toegelicht door hun advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van SWA begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer W.D.H. Asser op 13 juli 2007.