ECLI:NL:HR:2007:BA7263
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen ongegrond verklaard klaagschrift teruggave inbeslaggenomen geldbedrag
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van klaagster tegen een beschikking van de Rechtbank te Almelo, waarin haar verzoek tot teruggave van een inbeslaggenomen geldbedrag van € 15.220,- ongegrond werd verklaard. De beschikking van de Rechtbank dateert van 22 augustus 2006. Klaagster, geboren in 1979 en wonende te [woonplaats], heeft het cassatieberoep ingesteld via haar advocaat, mr. M.C. Vermeul uit Utrecht. De Advocaat-Generaal, Knigge, heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van klaagster in haar beroep in cassatie.
De Hoge Raad heeft op 18 september 2007 de zaak behandeld. Uit de door de Advocaat-Generaal ingewonnen inlichtingen bleek dat het inbeslaggenomen geldbedrag inmiddels was teruggegeven aan de beslagene. Dit leidde tot de conclusie dat klaagster niet-ontvankelijk moest worden verklaard in haar cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de bestreden beschikking van de Rechtbank bevestigd, waarbij het klaagschrift van klaagster ongegrond werd verklaard.
De uitspraak werd gedaan door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren J.P. Balkema en H.A.G. Splinter-van Kan. De beslissing werd uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij ook de waarnemend griffier J.D.M. Hart aanwezig was. De Hoge Raad heeft de klaagster in haar beroep niet-ontvankelijk verklaard, waarmee de eerdere beslissing van de Rechtbank in stand bleef.