ECLI:NL:HR:2007:BA7021
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over verjaring en eisvermeerdering in civiele procedure
In deze zaak heeft eiser [Eiser] op 27 februari 1991 [Verweerster 1] en [Verweerster 2] gedagvaard voor de rechtbank te Leeuwarden, waarbij hij een bedrag van ƒ 252.291,-- en ƒ 159.296,-- vorderde, vermeerderd met rente en kosten. [Verweerster] heeft de vordering bestreden en in reconventie een bedrag van ƒ 477.719,83 gevorderd. De rechtbank heeft op 16 juli 1997 in conventie [Verweerster] veroordeeld tot betaling van ƒ 57.979,53 aan [Eiser], maar heeft [Verweerster] in reconventie niet-ontvankelijk verklaard. Tegen dit vonnis heeft [Verweerster] hoger beroep ingesteld, maar het gerechtshof heeft de zaak ambtshalve geroyeerd wegens het ontbreken van proceshandelingen. Later heeft [Verweerster] de zaak opnieuw op de rol geplaatst en haar eis gewijzigd. In hoger beroep heeft [Eiser] zijn eis ook gewijzigd en vorderingen ingesteld die betrekking hadden op de financiële afwikkeling van het project Papegaaiebek, dat door de gemeente Rotterdam aan [Verweerster] was gegund.
Het hof heeft in zijn arrest van 1 februari 2006 het vonnis van de rechtbank vernietigd voor zover [Verweerster] was veroordeeld tot betaling aan [Eiser], en heeft [Eiser] veroordeeld tot betaling aan [Verweerster]. [Eiser] heeft cassatie ingesteld tegen dit arrest. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het hof het beroep op verjaring van [Verweerster] gegrond heeft bevonden. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de vermeerdering van eis door [Eiser] op nieuwe feitelijke grondslagen berustte, en dat de vordering van [Eiser] ten aanzien van deze onderdelen was verjaard. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [Eiser] in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld.