ECLI:NL:HR:2007:BA6851
Hoge Raad
- Herziening
- G.J.M. Corstens
- W.A.M. van Schendel
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Herziening van een TBS-maatregel opgelegd door het Hof met betrekking tot de beoordeling van deskundigenrapporten
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 juni 2007 uitspraak gedaan over een aanvraag tot herziening van een eerder arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De aanvrager, die in de Forensisch Psychiatrische Kliniek 'Oldenkotte' te Eibergen verbleef, had eerder een TBS-maatregel met voorwaarden opgelegd gekregen. De aanvrager stelde dat het Hof bij zijn oordeel over de oplegging van deze maatregel niet op de hoogte was van een uitspraak van het Regionale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Groningen, waarin werd geoordeeld dat het rapport van de forensisch psycholoog G. de Jong niet voldeed aan de professionele eisen en als onvoldoende werd beschouwd. De aanvrager betoogde dat dit rapport de basis vormde voor de veroordeling en dat, indien het Hof met deze informatie bekend was geweest, het tot een ander vonnis zou zijn gekomen.
De Hoge Raad oordeelde echter dat de aangevoerde omstandigheden niet voldoende waren om een ernstig vermoeden te wekken dat het onderzoek tot een andere uitkomst zou hebben geleid. De Hoge Raad verduidelijkte dat de eis van artikel 457, eerste lid, aanhef en onder 2° van het Wetboek van Strafvordering (Sv) niet was voldaan, omdat de aanvrager niet kon aantonen dat de nieuwe informatie had geleid tot een vrijspraak, ontslag van rechtsvervolging of een minder zware strafbepaling. De Hoge Raad concludeerde dat de aanvraag tot herziening kennelijk ongegrond was en wees deze af.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de kwaliteit van deskundigenrapporten in strafzaken en de strikte eisen die aan herzieningsaanvragen worden gesteld. De Hoge Raad bevestigde dat de aanvrager niet kon aantonen dat de eerdere veroordeling op een ondeugdelijke rapportage was gebaseerd, en dat de procedurele waarborgen in het strafrecht gewaarborgd blijven.