ECLI:NL:HR:2007:BA6762

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 oktober 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C06/167HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over loondoorbetaling en matigingsbevoegdheid in arbeidsgeschil

In deze zaak gaat het om een arbeidsgeschil tussen [eiser] en Corio N.V. over de loondoorbetaling na een opzegging van de arbeidsovereenkomst. [Eiser] heeft Corio gedagvaard voor de rechtbank, sector kanton, Utrecht, met de vordering om te verklaren dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst op 11 juli 2003 nietig is. Daarnaast vorderde hij betaling van zijn salaris, vakantietoeslag en emolumenten, alsook een wettelijke verhoging op grond van artikel 7:625 BW. Corio heeft de vordering bestreden, waarna de kantonrechter op 2 februari 2005 de vordering afwees.

Hierop heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. Het hof heeft op 19 januari 2006 het vonnis van de kantonrechter vernietigd en geoordeeld dat de opzegging nietig was. Corio werd veroordeeld om aan [eiser] het salaris en emolumenten te betalen voor de periode van 11 juli 2003 tot 11 oktober 2003. Tegen dit arrest heeft [eiser] cassatie ingesteld.

De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda, die tot verwerping van het beroep strekte, gevolgd. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Corio zijn begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan op 5 oktober 2007 door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein en F.B. Bakels, waarbij F.B. Bakels de uitspraak in het openbaar heeft gedaan.

Uitspraak

5 oktober 2007
Eerste Kamer
Nr. C06/167HR
MK/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. R.T.R.F. Carli,
t e g e n
CORIO N.V.,
gevestigd te Utrecht,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. S.F. Sagel.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Corio.
1. Het geding in feitelijke instanties
[Eiser] heeft bij exploot van 14 juni 2004 Corio gedagvaard voor de rechtbank, sector kanton, Utrecht en gevorderd, kort gezegd, te verklaren voor recht dat de op 11 juli 2003 aan [eiser] gedane opzegging van de arbeidsovereenkomst nietig is, Corio te veroordelen vanaf deze datum aan [eiser] het salaris met vakantietoeslag en de overeengekomen emolumenten te betalen, alsmede de wettelijke verhoging op grond van art. 7:625 BW en tevens Corio te veroordelen [eiser] toe te laten tot het verrichten van de overeengekomen werkzaamheden, op straffe van verbeurte van een dwangsom, met rente en kosten.
Corio heeft de vordering bestreden.
De kantonrechter heeft bij vonnis van 2 februari 2005 de vordering afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Bij arrest van 19 januari 2006 heeft het hof het vonnis van de kantonrechter vernietigd en, opnieuw rechtdoende, voor recht verklaard dat de door Corio op 11 juli 2003 aan [eiser] gedane opzegging nietig is en Corio veroordeeld om aan [eiser] over de periode 11 juli 2003 tot 11 oktober 2003 te betalen het salaris met vakantietoeslag en de overeengekomen emolumenten.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Corio heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor Corio mede door mr. M.B. Kerkhof, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Corio begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A. Hammerstein en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 5 oktober 2007.