ECLI:NL:HR:2007:BA6760
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over toepasselijkheid van de Tuinbouw-CAO op arbeidsovereenkomst van administratief medewerkster
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure waarin de Hoge Raad zich buigt over de toepasselijkheid van de Tuinbouw-CAO op de arbeidsovereenkomst van een administratief medewerkster, [eiseres], die in dienst was bij [verweerster]. [Eiseres] vorderde betaling van loonsuppletie en achterstallige salarisbetalingen, die zij baseerde op de CAO voor Bank- en Verzekeringswezen, Groothandel en Vrije Beroepen. De kantonrechter had haar in het gelijk gesteld, maar het gerechtshof te 's-Gravenhage vernietigde dit vonnis en wees de vorderingen van [eiseres] af. Het hof oordeelde dat de werkzaamheden van [verweerster] niet als kwekersactiviteiten konden worden aangemerkt, en dat de Tuinbouw-CAO daarom niet van toepassing was.
In cassatie heeft de Hoge Raad de zaak beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat het hof een onjuiste uitleg had gegeven aan de toepasselijkheid van de Tuinbouw-CAO. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof en verwees de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens werd [verweerster] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van de juiste uitleg van CAO-bepalingen en de criteria voor de toepasselijkheid van een CAO op een arbeidsovereenkomst.
De zaak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het inzicht biedt in de interpretatie van CAO's en de voorwaarden waaronder deze van toepassing zijn op arbeidsovereenkomsten. De uitspraak kan gevolgen hebben voor andere werknemers die zich beroepen op de toepasselijkheid van een CAO in vergelijkbare situaties.