ECLI:NL:HR:2007:BA6246
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van omgangsregeling tussen ouders en wijziging van gezag over minderjarige kinderen
In deze zaak gaat het om een geschil tussen de voormalige echtelieden, de moeder en de vader, over de wijziging van de omgangsregeling tussen de vader en zijn kinderen, die bij de moeder verblijven. De vader heeft in eerste instantie bij de rechtbank Almelo verzocht om wijziging van de omgangsregeling, die was vastgelegd in het echtscheidingsconvenant van 19 juli 2004. De rechtbank heeft op 17 mei 2006 het verzoek van de vader afgewezen, waarbij werd bepaald dat de kinderen hun gewone verblijfplaats bij de moeder zouden houden, zelfs als zij naar de Verenigde Staten zou verhuizen. De omgangsregeling werd vastgesteld op eens per twee weken een weekend en de helft van de vakanties met de vader.
De vader ging in hoger beroep bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 29 augustus 2006 de beschikking van de rechtbank vernietigde en de omgangsregeling wijzigde. De moeder heeft hiertegen cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het hof een ruimere omgangsregeling had vastgesteld dan door de vader was verzocht, zonder de ouders de gelegenheid te geven zich over deze beslissing uit te laten. Dit werd als een schending van de rechtsgang beschouwd.
De Hoge Raad heeft de beschikking van het gerechtshof vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. De uitspraak benadrukt het belang van de ouders om zelf afspraken te maken over de omgang met hun kinderen, en dat de rechter hen de gelegenheid moet geven om zich uit te laten over voorgenomen beslissingen die hen aangaan.