ECLI:NL:HR:2007:BA5902
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van pensioenfonds voor schade door onregelmatigheden bij onroerend goed-transacties
In deze zaak heeft de Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) een schadevordering ingesteld tegen een werknemer van haar fondsbeheerder, [verweerder], wegens vermeende onregelmatigheden bij onroerend goed-transacties. PMT vorderde een bedrag van € 6.856.641,75, met rente, en stelde daarnaast een aantal nevenvorderingen in. De werknemer heeft de vorderingen bestreden en in reconventie vorderingen ingesteld, waaronder de opheffing van conservatoire beslagen en een voorschot op schadevergoeding van € 50.000,--. De rechtbank Utrecht heeft op 21 januari 2004 in conventie de vorderingen van PMT afgewezen, maar in reconventie de vorderingen van de werknemer gedeeltelijk toegewezen, inclusief een voorschot van € 25.000,--. PMT heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 25 augustus 2005 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd en de vorderingen van de werknemer verder afgewezen.
Tegen dit arrest heeft PMT cassatie ingesteld, waarop de werknemer incidenteel cassatieberoep heeft ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman, die tot verwerping van beide cassatieberoepen strekte, gevolgd. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden en dat het voorwaardelijk incidentele beroep niet aan de orde kwam, omdat het principale beroep faalde. De Hoge Raad heeft PMT in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 1.171,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is uitgesproken op 15 juni 2007 door de vice-president D.H. Beukenhorst en de raadsheren.