ECLI:NL:HR:2007:BA5833
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- W.A.M. van Schendel
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Toelaatbaarheid van wijziging van de tenlastelegging in verband met hetzelfde feit
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 oktober 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft de toelaatbaarheid van een wijziging van de tenlastelegging in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het niet meewerken aan een bloedonderzoek. De Advocaat-Generaal had gevorderd om een subsidiaire tenlastelegging toe te voegen, maar het Hof weigerde dit, omdat het volgens hen zou betekenen dat niet langer hetzelfde feit ten laste zou zijn gelegd. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof deze beslissing niet voldoende heeft gemotiveerd. De Hoge Raad stelt dat bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van de wijziging van de tenlastelegging moet worden gekeken of de gedragingen in de oorspronkelijke en gewijzigde tenlastelegging hetzelfde feit opleveren in de zin van artikel 68 van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad concludeert dat de verwantschap tussen de delictsomschrijvingen en de omstandigheden waaronder de gedragingen zijn begaan, zodanig zijn dat de wijziging van de tenlastelegging toelaatbaar is. De bestreden uitspraak van het Hof wordt vernietigd en de zaak wordt terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor herbehandeling.