ECLI:NL:HR:2007:BA5806
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. Van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Faillissementsrecht en de verkoop van persoonlijke gereedschappen van ambachtslieden
In deze zaak, die voor de Hoge Raad der Nederlanden werd behandeld, ging het om een verzoek van de gefailleerde vennootschap onder firma [verzoekster 1] en haar vennoten [verzoeker 2] en [verzoeker 3] om de curator te verbieden hun persoonlijke gereedschappen te verkopen. De zaak is ontstaan na de faillietverklaring van de vennootschap op 2 november 2005 door de rechtbank Zwolle-Lelystad, waarbij de curator, mr. Thi Ly Phuong NGUYEN, werd aangesteld. Op 26 april 2006 hebben de verzoekers zich tot de rechter-commissaris gewend met het verzoek om de curator te verbieden de in beslag genomen gereedschappen te verkopen en deze ter hand te stellen aan vennoot [verzoeker 2]. De curator heeft dit verzoek bestreden, wat leidde tot een beschikking van de rechter-commissaris op 21 juni 2006, waarin het verzoek werd afgewezen.
Tegen deze beschikking hebben de verzoekers hoger beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 26 oktober 2006 de beschikking van de rechter-commissaris bekrachtigde. Hierop hebben de verzoekers cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen noodzaak was voor nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en deze beschikking werd openbaar uitgesproken op 29 juni 2007 door de raadsheer E.J. Numann, met de andere raadsheren A.M.J. Van Buchem-Spapens, A. Hammerstein en F.B. Bakels.