ECLI:NL:HR:2007:BA5022
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- J.P. Balkema
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de dagvaarding in hoger beroep wegens ongeldige betekening
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 juli 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de Kantonrechter, maar was niet verschenen op de zitting in hoger beroep. Het Hof had de dagvaarding in hoger beroep geldig geacht, ondanks dat de verdachte sinds 27 mei 2005 geen woon- of verblijfplaats in de basisadministratie had staan. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onvoldoende had gemotiveerd waarom de dagvaarding rechtsgeldig was betekend. De Hoge Raad herhaalde relevante overwegingen uit een eerdere uitspraak en concludeerde dat er geen bewijs was dat de dagvaarding op het opgegeven adres was uitgereikt. De enkele omstandigheid dat de verdachte niet als ingezetene was ingeschreven, sluit niet uit dat het opgegeven adres nog steeds geldig was voor de betekening van gerechtelijke mededelingen. De Hoge Raad vernietigde daarom de bestreden uitspraak en verklaarde de dagvaarding in hoger beroep nietig.