ECLI:NL:HR:2007:BA4888
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de Ondernemingskamer tot treffen van onmiddellijke voorzieningen in strijd met dwingend recht; corporate governance, code-Tabaksblat
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 september 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die volgde op een beschikking van de Ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een verzoekschrift van Centaurus Capital Limited en andere partijen, die bij de Ondernemingskamer een onmiddellijke voorziening vroegen met betrekking tot Versatel Telecom International N.V. Het verzoek was gericht op het verbieden van Versatel om besluiten te nemen die in strijd zijn met de Nederlandse corporate governance code, en het benoemen van commissarissen die bevoegd zouden zijn om Versatel te vertegenwoordigen in onderhandelingen met de Tele2-groep. De Ondernemingskamer heeft op 14 december 2005 een beschikking gegeven waarin zij deze verzoeken gedeeltelijk toewijst. Versatel heeft hiertegen cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de Ondernemingskamer op grond van artikel 2:349a BW bevoegd is om onmiddellijke voorzieningen te treffen, ook als deze inbreuk maken op dwingend recht. De Hoge Raad oordeelt dat de Ondernemingskamer voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van de betrokken partijen en dat de getroffen maatregelen noodzakelijk waren in het licht van de omstandigheden. De Hoge Raad verwerpt het beroep van Versatel en bevestigt de beschikking van de Ondernemingskamer, waarbij Versatel in de kosten van het geding in cassatie wordt veroordeeld.
De uitspraak benadrukt de reikwijdte van de bevoegdheden van de Ondernemingskamer en de noodzaak om in bepaalde situaties tijdelijke maatregelen te treffen ter bescherming van de belangen van aandeelhouders, vooral in situaties waarin de corporate governance in het geding is. De uitspraak heeft implicaties voor de wijze waarop ondernemingen hun governance-structuren moeten inrichten, vooral in het licht van de eisen van de code-Tabaksblat.