ECLI:NL:HR:2007:BA4600
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Onteigeningszaak tussen gemeente en eigenaar van onteigende percelen met betrekking tot schadeloosstelling en deskundigenkosten
In deze zaak gaat het om een geschil tussen de gemeente 's-Gravenhage en de eigenaren van onteigende panden, [eiser 1] en [eiseres 2], over de berekening van de schadeloosstelling na onteigening ter uitvoering van een stadsvernieuwingsplan. De onteigening was gericht op het uitbannen van raamprostitutie. De rechtbank had eerder de schadeloosstelling vastgesteld op € 250.621,-- voor [eiser 1] en € 257.571,-- voor [eiser 1] en [eiseres 2]. De gemeente had in het incidentele cassatieberoep verzocht om vernietiging van het eindvonnis van de rechtbank, dat op 2 november 2005 was gewezen. De Hoge Raad heeft in deze zaak de eerdere uitspraak van de rechtbank beoordeeld en de argumenten van beide partijen in overweging genomen.
De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank onvoldoende had gemotiveerd waarom de schadeloosstelling moest worden afgestemd op een herinvestering in een specifiek pand in [b-straat]. De gemeente had aangevoerd dat de markt voor raamprostitutiepanden niet beperkt was tot [plaats], maar zich uitstrekte tot andere grote steden. De Hoge Raad vond dat de rechtbank niet had onderbouwd waarom de schadeloosstelling enkel gebaseerd moest zijn op de aanschaf van vervangende panden in [b-straat]. Dit oordeel werd als onbegrijpelijk beschouwd, gezien de argumenten van de gemeente.
Daarnaast oordeelde de Hoge Raad dat de rechtbank onterecht de gemeente had veroordeeld tot vergoeding van deskundigenkosten, aangezien de gemeente dit niet had aangeboden. De Hoge Raad verwierp het principale beroep van [eiser] c.s. en vernietigde het vonnis van de rechtbank in het incidentele beroep. De zaak werd verwezen naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. De kosten van het geding in cassatie werden aan [eiser] c.s. opgelegd.