ECLI:NL:HR:2007:BA4599
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Onteigeningszaak tussen gemeente en eigenaar van prostitutiepanden over schadeloosstelling
In deze zaak gaat het om de onteigening van panden die eigendom zijn van [eiser], die deze exploiteerde voor raamprostitutie. De onteigening vond plaats in het kader van een stadsvernieuwingsplan van de gemeente, gericht op het uitbannen van raamprostitutie. De Hoge Raad behandelt het cassatieberoep van [eiser] tegen een eindvonnis van de rechtbank te 's-Gravenhage, waarin de schadeloosstelling voor de onteigening was vastgesteld op € 1.479.000,--. De rechtbank had ook de gemeente veroordeeld in de kosten van de procedure. De Hoge Raad verwijst naar een eerder arrest van 30 januari 2004, waarin het beroep van [eiser] tegen een eerdere uitspraak werd verworpen. In het huidige arrest wordt de motivering van de rechtbank ter discussie gesteld, met name de wijze waarop de schadeloosstelling is berekend en de vraag of deze ook een premie uithandenbreken moet omvatten. De Hoge Raad oordeelt dat de rechtbank onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de schadeloosstelling enkel gebaseerd zou moeten zijn op herinvestering in een specifiek gebied, terwijl de markt voor dergelijke panden breder is. Daarnaast wordt de veroordeling van de gemeente tot vergoeding van deskundigenkosten als onvoldoende gemotiveerd beschouwd. De Hoge Raad verwerpt het principale beroep van [eiser] en vernietigt het vonnis van de rechtbank in het incidentele beroep, waarbij het geding wordt verwezen naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling.