ECLI:NL:HR:2007:BA4597
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Onteigeningszaak tussen gemeente en eigenaar van prostitutiepanden over schadeloosstelling
In deze zaak gaat het om de onteigening van onroerende zaken die eigendom zijn van [eiser], die deze exploiteerde voor raamprostitutie. De onteigening vond plaats in het kader van een stadsvernieuwingsplan van de Gemeente 's-Gravenhage, gericht op het uitbannen van raamprostitutie. De Hoge Raad behandelt het cassatieberoep van [eiser] tegen een eindvonnis van de rechtbank te 's-Gravenhage, waarin de schadeloosstelling voor de onteigening werd vastgesteld op € 252.375,--. De Gemeente heeft incidenteel cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad verwijst naar een eerder arrest van 30 januari 2004, waarin het beroep van [eiser] werd verworpen. De rechtbank had in haar eindvonnis overwogen dat de schadeloosstelling ook een premie uithandenbreken moest omvatten, maar dit oordeel werd door de Hoge Raad als onvoldoende gemotiveerd beschouwd. De Gemeente had aangevoerd dat de markt voor prostitutiepanden niet beperkt is tot de [plaats], maar zich uitstrekt tot andere grote steden. De Hoge Raad oordeelt dat de rechtbank niet voldoende heeft gemotiveerd waarom de schadeloosstelling gebaseerd moest worden op een vervangend pand in de [b-straat]. Daarnaast oordeelt de Hoge Raad dat de veroordeling van de Gemeente tot vergoeding van deskundigenkosten niet naar behoren was gemotiveerd. De Hoge Raad verwerpt het principale beroep van [eiser] en vernietigt het vonnis van de rechtbank in het incidentele beroep, waarbij het geding wordt verwezen naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling.