ECLI:NL:HR:2007:BA4569
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- L. Monné
- C.J.J. van Maanen
- C. Schaap
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Gelijkheidsbeginsel en aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 5 oktober 2006, betreffende een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2003. De aanslag was na bezwaar door de Inspecteur gehandhaafd, waarna de Rechtbank te Breda het beroep ongegrond verklaarde. Belanghebbende ging in hoger beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Rechtbank bevestigde. Hierna heeft belanghebbende cassatie ingesteld.
De Staatssecretaris van Financiën diende een verweerschrift in, waarop belanghebbende schriftelijk reageerde. De Advocaat-Generaal P.J. Wattel concludeerde op 12 april 2007 tot ongegrondverklaring van het beroep. Belanghebbende voerde aan dat de aanslag in strijd was met het gelijkheidsbeginsel, verwijzend naar afspraken die de fiscus in het verleden had gemaakt met bewoners van het woonwagencentrum Vinkenslag te Maastricht. Zowel de Rechtbank als het Hof verwierpen dit beroep.
De Hoge Raad overweegt dat de afspraken met een beperkte groep belastingplichtigen niet relevant zijn voor de heffing van belasting. Het gelijkheidsbeginsel strekt niet zo ver dat een bestuursorgaan verplicht is om een ongerechtvaardigd voordeel dat aan een bepaalde groep is verleend, ook aan anderen te verlenen. De Hoge Raad concludeert dat het beroep van belanghebbende op het gelijkheidsbeginsel faalt, en dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en verklaart het beroep ongegrond.