ECLI:NL:HR:2007:BA4494
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Cassatie over verborgen gebreken in koopovereenkomst en redelijkheidseisen
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gekomen, betreft het een geschil over een koopovereenkomst waarbij verborgen gebreken aan het licht zijn gekomen. De eiseres, wonende op Bonaire, heeft cassatie ingesteld tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. Dit vonnis bevestigde een eerdere uitspraak waarin de eiseres werd veroordeeld tot terugbetaling van een bedrag van € 23.638,14 aan de verweerder, die het huis aan haar had verkocht. De Hoge Raad verwijst naar een eerder arrest van 13 februari 2004, waarin het hof het vonnis van 11 juni 2002 had vernietigd en de zaak had verwezen voor verdere behandeling.
De kern van het geschil draait om de vraag of de verweerder zich kan beroepen op een vrijwaringsbeding in de koopovereenkomst, dat stelt dat de verkoper geen vrijwaring verleent voor zichtbare en verborgen gebreken. De Hoge Raad oordeelt dat de uitleg van dit beding niet in strijd is met de eisen van redelijkheid en billijkheid. De Hoge Raad vernietigt het vonnis van het hof en verwijst de zaak terug voor verdere behandeling, waarbij de kosten van het geding in cassatie worden gereserveerd.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van zowel koper als verkoper in het geval van verborgen gebreken en de noodzaak om redelijkheid en billijkheid in acht te nemen bij de uitleg van contractuele bepalingen. De Hoge Raad concludeert dat de eiseres niet tekort is geschoten in haar onderzoeksplicht, maar dat het risico van de verborgen gebreken in beginsel bij de verweerder ligt, tenzij anders is overeengekomen in de koopovereenkomst.