ECLI:NL:HR:2007:BA3608
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor bedreiging en beschadiging van eigendom
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, waarbij de verdachte is veroordeeld voor bedreiging met zware mishandeling en opzettelijke beschadiging van andermans eigendom. De Hoge Raad behandelt het beroep dat is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.J. Stronks. De bestreden uitspraak van het Hof heeft de verdachte een taakstraf opgelegd, bestaande uit een werkstraf van honderd uren, subsidiair vijftig dagen hechtenis. Daarnaast is de tenuitvoerlegging gelast van een voorwaardelijk opgelegde straf.
De Hoge Raad constateert dat de bestreden uitspraak, die bij verstek is gewezen, een discrepantie vertoont tussen de opgelegde hechtenis van tien dagen en de aantekening in het mondeling arrest waarin vijftig dagen hechtenis wordt vermeld. De Hoge Raad gaat ervan uit dat de vermelding van de straf in de bestreden uitspraak overeenkomt met de door het Hof opgelegde straf, en concludeert dat de vervangende hechtenis inderdaad tien dagen bedraagt.
De beoordeling van het middel leidt niet tot cassatie, aangezien het middel geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad oordeelt dat er geen gronden zijn voor vernietiging van de bestreden uitspraak en verwerpt het beroep. Het arrest is uitgesproken op 26 juni 2007 door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.