ECLI:NL:HR:2007:BA3523
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Erfrechtelijke geschil over verdeling van nalatenschap uit Zwitserse bankrekeningen
In deze zaak gaat het om een erfrechtelijk geschil tussen de weduwe en de zoon van de erflater over de verdeling van de nalatenschap, specifiek de saldi op bankrekeningen die door de erflater bij de Bank Hofmann AG in Zwitserland werden aangehouden. De weduwe, aangeduid als eiseres, heeft de zoon, aangeduid als verweerder, gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage. De eiseres vorderde dat de saldi per overlijdensdatum van de erflater tot de te verdelen nalatenschap behoren. De rechtbank heeft in een eindvonnis van 14 maart 2001 geoordeeld dat de helft van de saldi op de bankrekening van de erflater en de daarover verschenen rente tot de nalatenschap behoort.
Verweerder heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Het hof heeft in een eindarrest van 1 september 2005 de eerdere vonnissen van de rechtbank vernietigd en een verklaring voor recht gegeven over de te verdelen gelden en goederen uit de nalatenschap. Eiseres heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten van eiseres niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft het beroep van eiseres verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, W.D.H. Asser, en openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann op 29 juni 2007.