ECLI:NL:HR:2007:BA3035
Hoge Raad
- Cassatie
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Bopz, machtiging tot voortgezet verblijf; schending van het beginsel van hoor en wederhoor
In deze zaak gaat het om een verzoek tot cassatie van de betrokkene, verblijvende in het psychiatrisch ziekenhuis de Stichting GGz Nijmegen, tegen de beschikking van de rechtbank Arnhem van 15 februari 2007. De rechtbank had op dat moment een machtiging verleend voor voortgezet verblijf van de betrokkene in het ziekenhuis voor de duur van een jaar. De officier van justitie had dit verzoek ingediend, maar de betrokkene en zijn raadsman waren van mening dat de rechtbank het beginsel van hoor en wederhoor had geschonden. Dit was het gevolg van het feit dat de rechtbank had besloten op basis van verklaringen van de behandelend psycholoog zonder de raadsman de gelegenheid te geven om te reageren op deze verklaringen. De raadsman had expliciet verzocht om zijn zienswijze kenbaar te maken, maar dit verzoek werd door de rechtbank afgewezen. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank niet had aangetoond dat er bijzondere omstandigheden waren die rechtvaardigden dat de raadsman niet in de gelegenheid werd gesteld om te reageren. De Hoge Raad vernietigde daarom de beschikking van de rechtbank en verwees de zaak terug naar de rechtbank Arnhem voor verdere behandeling en beslissing. Deze uitspraak benadrukt het belang van het beginsel van hoor en wederhoor in het procesrecht, vooral in zaken die de vrijheid van een individu in gevaar kunnen brengen.